Samen koken
Ken je dat, na een lange werkdag wil je even snel iets koken, maar dat lijkt je eigenlijk niet gegund?
Mij gebeurd het regelmatig. Ik kom thuis, na een dag werken. Eigenlijk ben ik moe, maar met kleine kinderen gaat de optie “op de bank, met de voetjes omhoog” meestal niet op.
Om het mezelf makkelijk te maken laat ik Apenkoppie en Muizenmeisje vaak meehelpen.
Vandaag aten we boontjes. Een ideaal klusje om bij te helpen. Nog voor ik kon beginnen hadden ze allebei hun stoel bij het aanrecht geschoven en stonden ze al te wachten.
Ik hakte de topjes van de bonen af en gaf ze daarna aan een van de ‘brekers’ (Ik breek mijn boontjes altijd, kun je meteen de ‘haren’ er makkelijk aftrekken)
Hetzelfde met de aardappels. Ik schilde de aardappels en hakte ze in stukjes. Apenkoppie pulkte alle stukjes los en deed ze in de pan met water.
Ja, dat wordt een waterballet. Maar dat heb ik altijd nog liever dan twee dreinende kinderen aan mijn benen. 😉
Maar eigenlijk doe ik het niet alleen daarom. Meehelpen met het bereiden van het eten, geeft kinderen een gevoel van autonomie. Ze ‘kunnen’ iets.
Daarnaast vind ik het goed dat ze leren hoe hun eten er uit ziet, waar het vandaan komt en hoe je het klaar maakt. Ook al wordt het op hun bord bedolven onder een berg appelmoes.
Apenkoppie en Muizenmeisje dippen graag. Ze zijn als echte ‘Rapley’ kinderen fan van ‘fingerfood’: alles wat je beet kunt pakken, ergens in kunt dopen en in je mond kan stoppen is goed.
Vandaag was dat helaas appelmoes. Waarom?
Nou, hierom dus: