Rebelse regels: Kinderen hoeven niet te delen
Stel je voor, iemand komt de kamer binnen terwijl jij net lekker op de iPad aan het spelen bent. “Gaaf, mag ik ook eens zien?!” Nou nee, eigenlijk niet, want je bent er mee bezig. Negen van de tien keer zul je dit ook zeggen.
Stel je nu eens voor: je zoon komt de kamer binnen terwijl je dochter lekker met de treintjes aan het spelen is. “Leuk, ik wil ook met die trein” en hij pakt een stuk trein om mee te spelen. Dochterlief laat zich natuurlijk niet kennen, zij was immers met de trein aan het spelen.
Wat is jouw reactie?
Je kijkt verveeld over je iPad en mompelt: “Samen spelen, samen delen!”
Ok, een beetje kort door de bocht misschien, maar toch. Waarom is het in die situatie anders?
Moeten delen in opdracht verstoord spel. Het verstoort ook het vertrouwen tussen jou en je kind. Daarnaast leert het je kind ook nog onoprecht te zijn, het wil namelijk helemaal niet delen. Het wil gewoon lekker spelen.
Spel onderbreken en onmiddellijke bevrediging van een behoefte leert een kind ook niets.
Leer het kind in plaats daarvan om ergens om de beurt mee te spelen. Beurt nemen en geven is een ontzettend belangrijk onderdeel van opgroeien.Niet willen delen is geen signaal van een asociaal of egoïstisch kind, jonge kinderen kunnen simpelweg nog helemaal niet delen. Maar beurten geven en nemen kunnen ze prima!
Dit is een blog uit de serie “Rebelse regels”.
De komende periode verschijnen er nog een aantal van deze rebelse regels.
Rebelse regels:
1. Kinderen hoeven geen sorry te zeggen
2. Kinderen hoeven niet te delen
3. Roep niet steeds “Goed gedaan”
4. Jongens mogen jurken aan
5. “1000 bommen en granaten’
6. Slaan schoppen en huilen mag
7. Niet iedereen hoeft je vriend te zijn
8. Stoeien moet/mag
9. Ruziemaken mag
10. Een tekening hoeft niet mooi te zijn
11. Gehoorzamen en luisteren zijn geen synoniemen